Natuurlijk broeden

KopHaanDe natuurlijke wijze van broeden is die met de hen. Meerdere liefhebbers zijn hierop aangewezen (zeker zij die over geen broedmachine beschikken) en verkondigen met luide stem dat dit de enige en juiste weg is. De natuur niet forceren en de sterksten zullen overleven door de natuurlijke selectie, is een bedenking die je de laatste tijd meermaals hoort. Ook de verzorging van de jonge kuikens wordt volledig aan de kloek overgelaten. Deze methode bespaart de liefhebber-fokker inderdaad veel werk en moeite. Maar elke medaille heeft twee kanten. Het broeden met broedse hennen vraagt een minimum aan toezicht van de fokker want de natuur volledig aan zijn lot overlaten kan ook dikwijls nare gevolgen hebben. Daarom enkele algemene regeltjes. Indien je met een broedse kip succesvol wil broeden, overweeg dan ernstig volgende bedenkingen : Beschik ik over een rustige plek waar de broedse hen ongestoord kan broeden, d. w. z. liefst een halfdonkere plaats waar noch muizen, ratten, honden, katten of andere dieren de toekomstige moeder kunnen storen? De eigenlijke legnesten zijn hier uit den boze! Meermaals stel ik vast dat er liefhebbers zijn die de hennen in de legnesten, die zich in de ren of in het nachthok bevinden, laten broeden. Dit geeft veel onrust want de overige hennen komen steeds eieren bijleggen waardoor breuk ontstaat en waardoor eieren van verschillende ouderdom (wat het broeden betreft) onder de broedse hen terechtkomen. Deze merkt uiteraard geen verschil tussen de versgelegde en de reeds meerdere dagen bebroede exemplaren. Zet daarom uw broedse hen(nen) rustig, in het schemerdonker, buiten het bereik van de overige soortgenoten.

Als nest wordt zeer dikwijls een omgekeerde ( goed bevochtigde ) graszode gebruikt. Hierin wordt dan een kleine kuil gemaakt die gevuld wordt met hooi, gekapt stro, schavelingen enz. . . Belangrijk is hier het nest niet te maken op een betonnen bodem of een houten vloer. Hier is de kans op te grote en te snelle afkoeling evenals op uitdrogen te groot. Zorg ervoor dat het nest dermate gemaakt is dat de eieren erin blijven liggen zonder eruit te vallen en zonder over elkaar heen te rollen. Enkele mislukkingen zullen je vlug leren hoe het moet. Een zware fout die dikwijls tot teleurstellingen leidt is het volproppen van het nest. Zorg ervoor dat de broedse hen de eieren royaal kan bedekken. Bedenk dat een broedse hen de eieren regelmatig keert. Indien er teveel eieren aanwezig zijn koelen de buitenste te sterk af en dit leidt enkel tot teleurstelling. Het juiste aantal eieren dat je onder één bepaalde hen kan plaatsen is afhankelijk van het ras. Een algemene regel is in dit geval moeilijk te geven maar gemiddeld mag je aannemen dat één hen zeven tot negen eieren van haarzelf of haar soortgenoten de baas kan. De hennen van zware rassen worden vrij gemakkelijk broeds de Mechelsen vormen hierop geen uitzondering. Deze dieren zijn in de regel NIET GESCHIKT om hun eigen eieren uit te broeden omdat ze, ofwel hun eieren plattrappen en vervolgens hun nest bevuilen waardoor ook de andere eieren waardeloos worden, ofwel hun kuikens doodtrappen of -zitten. Wie toch met de kloek wil broeden, gebruikt best een krielras. Denken wij hierbij aan zijdehoenders, Cochinkrielen enz...

In de raskeuze moet U zich vooral laten leiden door het feit dat de dieren voortkomen van een stam waar broeds worden wat zit ingebakken, alsook door het feit dat de dieren een volle bevedering hebben . Daarom is het aan te raden nooit vechters te gebruiken omdat ze zoals men dat zegt "te kort" bevederd zijn. Een kloek moet immers haar eieren en later haar kuikens goed kunnen bedekken. Plaats nooit méér dan vijf grote eieren onder een krielkloekje. Als het broednest in gereedheid is gebracht moet je de broedse hen op de eieren plaatsen en dit is dikwijls het meest hachelijke punt van de hele onderneming. Vooraleer je hiertoe overgaat en goede, soms kostbare eieren laat verprutsen, is het nodig je er eerst van te overtuigen of je broedse hen wel degelijk broeds is. De broedse hen moet in zeer goede conditie zijn. Dit wil zeggen, niet te vet of te mager, geen ziekteverschijnselen zoals kalkpoten, niezen, gapen of reutelen enz. . . . De veren op de borst moeten "open" staan en de borst moet warm aanvoelen. De broedse hen levert inderdaad een temperatuur van 37. 6 Celsius. Bovendoen zal zij zich steeds op de eieren zetten en daarbij een "klok klok" geluid laten horen. Een bijzonder punt is in dit geval dat indien je de hand naar een dergelijke kip uitsteekt, de niet broedse kip meestal snel het legnest zal verlaten terwijl de broedse kip verontwaardigd in je vingers zal pikken.

Vooraleer de broedse hen op de waardevolle eieren te plaatsen kijk na of de ontlasting niet te plat is. Het is uiterst belangrijk dat deze ontlasting hard tot halfhard is, daarom beslist geen groenvoer geven tijdens het broedproces, doch veel grit en harde granen. Leg deze evenwel niet binnen pikbereik maar zodanig dat de broedse hen het nest moet verlaten om te eten of te drinken. Sommige kloeken broeden dermate hardnekkig of zitten dermate stevig op het nest dat zij deze, noch om te eten, noch om te drinken verlaten. Wij spreken dan wel eens van doodbroeders. Het is inderdaad meermaals voorgekomen dat sommige hennen "dood" op het nest zitten door "gewild" gebrek aan voer en drank. Vooraleer je de broedse hen op de waardevolle eieren zet, is het best ze eerst enkele dagen op nepeieren (in kalk of plastiek) te zetten.

Het is voor eenieder zonder meer duidelijk dat eventueel aanwezige luizen en mijten zich bij de broedtemperatuur en de vochtige optimale omstandigheden bevinden om zich snel te ontwikkelen en te vermenigvuldigen. De pas geboren kuikens zullen dan bij hun geboorte onmiddellijk voorzien worden met dit voor hen onvriendelijke leger parasieten die hun groei en ontwikkeling uiteraard niet in de hand zullen werken. Stel je na enkele dagen vast dat de kloek niet vanzelf van het nest komt om te eten of te drinken of om zich te ontlasten, dan moet je ingrijpen. D. w z je moet de k^oek enkele keren van het nest nemen. Meestal zal zij na enkele dagen zelf wel het nest verlaten. Ook hier zien we dikwijls onbeholpenheden, daarom een woordje uitleg. Een broedse hen neem je niet van het nest door ze bij de kop omhoog te trekken. Ook niet door ze met het handvat van een paraplu achterover van het nest te doen tuimelen. Misschien Slinkt dit overdreven maar in dit verband hebben we al rare dingen gezien. Een kloek neem je van het nest door een hand langzaam en voorzichtig onder de borst te plaatsen, met de andere hand neem je beide vleugels vast en langzaam hef je alzo de kloek van het nest en plaats je ze op de grond Van het allergrootste belang is hier de traagheid van handelen Bruuske bewegingen maken pluimvee aan het schrikken en dit is het allerlaatste wat je moet doen. Terrwijl de broedse kip van het nest is en wat eet en drinkt en zich dikwijls ontlast, heb je ruimschoots de tijd om het nest te inspecteren.

Indien er eieren gebroken zijn, krap dan het vuil van de aangekoekte eieren en verwijder de gebroken schalen. Ook kan je de eieren schouwen (bijvoorbeeld na een week of na veertien dagen) en de onbevruchte verwijderen. Ook bestaat nu de mogelijkheid om, indien je meerdere broedende hennen tegelijk hebt geplaatst, Se bevruchte eieren opnieuw te verdelen onder deze hennen en de vrijkomende broedhen(nen) van verse broedeieren te De eenentwintiste dag komen de kuikens uit Tracht nu in godsnaam je nieuwsgierigheid te bedwingen. Laat tijdens het uitkomen de broedende hen(nen) volledig met rust, blijf er weg Zij zullen nu toch niet eten noch drinken. Alle onrust nabij het nest is nu absoluut te vermijden omdat warmte- en vochtverlies nu van het allergrootste belang zijn. Na de vierentwintigste mag je het nest onderzoeken Tast dan zeer langzaam en voorzichtig met je hand onder de kloek in het nest en verwijder de niet uitgekomen eieren en de gebroken eierschalen. Sommige broedse hennen worden wel eens nerveus tijdens het uitkippen van de kuikens.

eicyclus

Zij pikken zenuwachtig naar de kuikens, sleuren ze vanonder zich en werpen ze uit het nest. In een dergelijk geval, dat hoogst zelden voorkomt, dien je uiteraard in te grijpen. Je kan dan best de kuikens zelf met lampen gaan opfokken. Als alles normaal verloopt is het een enig gezicht de broedse hen, die vanaf nu kloek heet, nu te zien rondparaderen met haar kroost. Let evenwel op om de pasgeboren kuikens de eerste vierentwintig uren geen voer of drinken toe te dienen. Indien je kloek een goede moeder is, zal zij hierover zelf wel waken. En vanaf nu maar zorgen voor aangepast voer en drank. De kloek neemt alle zorgen op zich. Denk er wel om dat de kuikens die worden opgefokt door de kloek trager groeien maar veelal steviger en gezonder zijn en minder last hebben van kromme tenen en andere nare verschijnselen.

Terug naar Fokken