Machinaal broeden

Vlakbroeders
De warmtebron bevindt zich meestal boven de eieren. Dit systeem is dus het best vergelijkbaar met wat de broedse hen doet in de natuur. De opgewarmde lucht circuleert langzaam door een natuurlijke beweging. Dit soort broeders bevat geen ventilator. Plaats de machine steeds goed waterpas en liefst op een rustige en trillingsvrije plaats waar een vrij constante temperatuur heerst, vrij van het zonlicht of enig andere omstandigheid die de temperatuur van het toestel mogelijk zou beïnvloeden. Aangewezen plaatsen zijn kelders, verwarmingsstookplaatsen enz...

eicyclus

Belangrijk is ook de machine minstens vierentwintig uur op voorhand voor te verwarmen en de temperatuur in te stellen Deze wordt gemeten op eihoogte, d.w.z. de kwikbol moet even hoog staan als de bovenkant van het ei. Hieruit heb je steevast al geconcludeerd dat alle eieren van dezelfde hoogte moeten zijn als ze platliggen. Is dat niet het geval, dan verhoog je best de smallere of kleinere eieren door er een verhoog onder te bouwen. Alle hulpmiddeltjes zijn hier nuttig. Dit gaat van verhoogjes uit fijnmazige kippengaasdraad tot blokken van een bouwdoos. Ga ook na of uw broedthermometer juist werkt.

Ijk hem aan de hand van een gewone koortsthermometer (geen digitale). Plaats deze liggend op een blokje hout of een stukje isomo en zodanig dat de kwikkolom bovenkant samenvalt met de bovenkant van de broedeieren. u zult de temperatuur nauwkeurig kunnen aflezen. Wacht enkele dagen om de machine bij te regelen. Ze moet eerst echt goed doorgewarmd zijn. De broedtemperatuur in de vlakbroeder is normaal 38.5° Celsius. Voor bepaalde vlakbroeders wordt een andere broedtemperatuur vooropgesteld. Raadpleeg hiervoor de handleiding van uw machine. Het vochtgehalte ligt in het begin van de broedperiode tussen de vijftig en de vijfenvijftig percent. De laatste vierentwintig uur van het broedproces moet dit worden opgedreven naar zeventig à tachtig percent.

De eerste dag hoef je de eieren niet te keren. Begin ook de eerste of de tweede dag niet aan de temperatuurinstelling te prutsen. Het duurt wel een tweetal dagen vooraleer de eieren door en door verwarmd en op temperatuur gekomen zijn. Ook de laatste twee dagen hoef je niet meer te keren. De periode tussen de eerste dag en de laatste twee dagen worden de eieren minstens tweemaal daags gekeerd, en dit, liefst op regelmatig terugkerende tijdstippen, bijvoorbeeld ’s morgens rond 7u en 's avonds rond 19u. Bij het keren keer de eieren over 180 graden. Maak het U hier gemakkelijk door zowel aan de onderkant als aan de bovenkant van het ei twee verschillende tekens in potlood aan te brengen. Plaats de buitenste eieren eens naar binnen en omgekeerd. Wat de ventilatie betreft, zie gebruiksaanwijzing bij uw machine voor de regeling met ventilatiegaten.

Dikwijls hoef je hiervoor helemaal niets te doen. Een nuttige tip: de eieren mogen een aantal minuten gekoeld worden al naargelang er dagen van het broedproces zijn verlopen. Dus bijvoorbeeld de tiende dag kan je rustig de eieren uitnemen of het deksel van de machine afnemen en gedurende tien minuten luchten en keren. Wanneer U over een vol- of halfautomatische keerinrichting beschikt, bespaart U uiteraard veel tijd. Om na te gaan of de eieren al dan niet bevrucht zijn, worden ze na zeven dagen broeden doorgelicht. De onbevruchte of klare eieren kunnen op dat moment al verwijderd worden. Wanneer de kuikens uitkomen, wacht U tot ze volledig droog zijn vooraleer ze naar de opfokruimte te brengen. Dit duurt lang want de kuikens moeten drogen in een zeer vochtige omgeving. De eerste 24 uur wordt noch eten, noch drinken gegeven. Na elke ronde wordt de broedmachine ontsmet. Dit kan eventueel gebeuren met Dettol !

Motorbroeders
KopHaanDeze zijn de duurste maar zijn dan ook uitgerust met de nieuwste snufjes. Bovendien hebben deze machines wel enkele voordelen vooral voor wie zich moeilijk de discipline van het regelmatig keren, luchten enz... kan opleggen. Een zeer belangrijk voordeel is dat je eieren van verschillende afmetingen kan inleggen en blijven inleggen tot alle laden gevuld zijn. Voor de opstelling verwijzen wij naar de vlakbroeders. Bedenk wel dat de ingestelde broedtemperatuur hier 37.6 graden Celsius ( 100 graden Fahrenheit ) is, dus één graad lager dan bij een vlakbroeder. Belangrijk is ook hier dat de machine zodanig wordt opgesteld dat er geen trillingen ontstaan, ook niet van de eigen motor, ventilator of slaglatten Bij machines met laden worden de eieren ingezet met de punt naar beneden, dus met de luchtkamer naar boven gericht. Voor wat het vochtgehalte tijdens het broedproces en bij uitkomst betreft, verwijs ik naar de vlakbroeder. Let er hier wel op de kuikens in de uitkiplade te laten uitkomen en niet in de eiladen !

Er bestaan in dit gamma machines van 40 tot 100.000 eenheden met automatische en niet-automatische keerinrichting, er is voor iedere beurs wel wat. Let er bij de motorbroedmachine wel op dat teveel ventilatie verdrogen van de eivliezen kan veroorzaken waardoor uitkippen onmogelijk wordt gemaakt.

Terug naar Fokken